Een pleaser

In de jaren voorafgaand aan mijn burn-out was ik mij gaan gedragen als een aardige man. Een toffe peer. Vriendelijk naar iedereen en altijd bereid om anderen te helpen. Iemand waar je op kunt bouwen en die voor iedereen klaar stond. Die er altijd was, die nooit te beroerd was om te helpen en waar je altijd terecht kon. Die meedacht met jouw problemen en ze soms zelfs voor jou oploste. Helemaal gratis en voor niets.


Dit mechanisme van aardig zijn had ik zo ver ontwikkeld, dat ik mijzelf daarmee identificeerde. Ik vond het helemaal bij mij passen om een aardig persoon te zijn. Ik had op een gegeven moment, niet eens meer in de gaten dat ik hier mee bezig was. Sterker nog, ik vond het wel krachtig en het voelde ook wel goed, om aardig te zijn. Het idee dat anderen mij nodig hadden, was iets dat ik prettig vond.


In eerste instantie leek daar niet zo veel mis mee. Gewoon aardig zijn, dat was prima en soms ook krachtig. Maar in mijn geval ging het veel te ver. Bij elke gelegenheid, was ik betrokken.


Dus:

  • elke verjaardag (ook van mensen die verder van mij afstonden),
  • elke wedstrijd van mijn kinderen (ook uit wedstrijden)
  • elke familiedag (ook van mensen die ik niet zo zag zitten)
  • elke ruzie tussen collega’s (die mij eigenlijk niks aan ging)
  • elke afspraak, die mij soms niet eens iets aanging
  • elk denkbaar probleem van anderen

Daar voelde ik mij verantwoordelijk voor en dat wilde ik (mee) oplossen/ of bij zijn.


Dit gedrag zorgde ervoor dat ik mij in allerlei bochten begon te wringen om het anderen naar de zin te maken. Ten koste van mezelf voegde ik mij in de verwachtingen van anderen. 


Mijn psycholoog beschreef mij als een echte pleaser. Iemand die leefde van de goedkeuring van anderen, ten koste van zichzelf. In eerste instantie duurde het even voordat ik snapte wat zij bedoelde. 

Een duidelijk weergave dat mijn aandacht (pijltje), vooral ging naar de belangen van anderen. En niet bij mij in de buurt kwam.


Dit moest stoppen want het was ongezond en niet volwassen. Met mijn psycholoog ben ik aan de slag gegaan om het pijltje wat meer naar links te krijgen.


Dat bleek overigens lastiger dan gedacht.

“Jij bent niet verantwoordelijk voor het geluk van anderen. Dat zijn zij zelf”. Een zin die mijn psycholoog regelmatig herhaalde, en die trefzeker het probleem schetste.


Ik was me verantwoordelijk gaan voelen voor het geluk van anderen.


Ik was een pleaser geworden.


Om twee redenen voelde dit niet goed.

  • Aan de ene kant voelde het als een bevestiging van mijn domme gedrag. Dat wist ik ergens ook wel maar ik was het gaan zien als onderdeel van wie ik was geworden. Iemand waarbij iedereen terecht kon en die altijd beschikbaar was voor andermans problemen. Ik offerde mij op voor de ander, met als doel dat men mij ging waarderen.
  • Aan de andere kant het gevoel dat ik gebruikt werd door anderen. Misschien bewust of onbewust wist mijn omgeving dat ik hen altijd voorop zou zetten. Mijn omgeving was gewend dat ik mij altijd naar hen zou voegen. Dus ook mij omgeving was gewend aan mijn gedrag. Verwachtte het zelfs.


Om de nieuwe inzichten goed neer te zetten, ben ik mezelf als verslaafd gaan zien. Verslaafd aan het behagen van anderen ten koste van mezelf.